Het is een kleurrijk interviewboek geworden, met 28 portretten in tekst en beeld over 28 bijzondere vrouwen die de titel mogen dragen. Zonder uitzondering vonden zij de onderscheiding een grote eer. ‘Je wordt in dat ene jaar Zakenvrouw van het Jaar maar je blijft het de rest van je leven.’ De waarde van de titel wordt bepaald ‘door alle Zakenvrouwen die zijn voorgegaan’. Bijna alle Zakenvrouwen geven aan veel aan de eretitel te hebben gehad, zowel voor hun bedrijf als hun persoonlijke ontwikkeling. Ze kijken met plezier terug op een druk jaar, omdat zij naast de leiding van het bedrijf ook acte de presence moesten geven op vele bijeenkomsten en conferenties.
Wat heeft de titel hen gebracht? ‘Ik heb het gebruikt om het vrouwelijk ondernemerschap en het vrouwelijk leiderschap te propageren.’ ‘Ik heb de kans gekregen om de dingen waar ik mee bezig was bij een veel grotere groep mensen onder de aandacht te brengen dan ik anders had kunnen doen’. ‘Wat goed is voor je imago is ook goed voor je positie op de markt’. ‘Er werd toch op een andere manier naar me geluisterd, beter. Daardoor kreeg ik dingen die ik belangrijk vond makkelijker aan het draaien.’ De betrekkelijkheid ervan komt ook aan de orde: ‘Iedereen vond me ineens belangrijk. Nu zijn er weer andere mensen die belangrijker zijn’. Op de vraag of de titel nog steeds nodig is, wordt positief geantwoord:’ Je komt er niet onderuit om vast te stellen dat we er nog lang niet zijn als het gaat om div in hogere functies. Rolmodellen nog steeds nodig.’
De persoonlijke verhalen zijn kort en bondig geschreven, en smaken naar meer. Regelmatig betrap ik mij erop dat ik meer wil weten, en nog even zou willen doorvragen. Maar dan trekt het volgende verhaal mijn aandacht en raak ik weer geboeid door de levensloop van een andere Zakenvrouw. Het leest weg als een spannend meisjesboek. Dat is de kracht van het boek; bijna alle Zakenvrouwen (van 1981 tot en met 2015) komen aan het woord. Ze vertellen waarom ze de titel kregen, welke invloed dit had op hun leven, en hoe het ze daarna is vergaan. De interviewer laat de geïnterviewden in hun waarde en valt de lezer niet lastig met normatieve opmerkingen, persoonlijke conclusies, of analyserend gepsychologiseer. Dat is een verademing, want de meeste zakenvrouwen hebben hun portie flauwe opmerkingen over de work/life balans of hun leiderschapskwaliteiten wel gehad.
Tegelijkertijd kent deze interviewstijl ook een zwakte: het blijft soms wat oppervlakkig omdat de portretten net te kort zijn. Toch is het ook een boek met lessen in ondernemerschap, maar dan eentje zonder de obligate ‘top 3 adviezen’ lijstjes. De adviezen voor ondernemers zitten in de verhalen verpakt. Aan iedere lezer de vrijheid om zijn of haar eigen lessen te trekken. De interviews ademen nuchterheid, een mentaliteit van aanpakken en doorgaan en optimisme. Rode draad in het vrouwelijke ondernemerschap is de steun van familie en collega’s. Een van hen zegt ‘Je wordt altijd gedragen door de mensen om je heen’. Daarmee is het ook een levensverhalenboek. Geen droge ondernemerskost, maar boeiende life stories waarin zakelijk en privé naadloos in elkaar overlopen. Alle bedrijfsbeslissingen komen aan de orde: wanneer je besluit met je bedrijf of je functie te stoppen, wanneer je besluit te kopen of te verkopen, naar de beurs te gaan of je team te vervangen, strategische herpositioneringen en herstructureringen in te zetten. Allen zijn ze leergierig en blijven ze zich ontwikkelen. Een groot aantal heeft geen MBA of uitgebreide studie achter de rug maar heeft hun opleiding zelf en vaak intern geregeld.
Als je de portretten chronologisch doorleest, krijg je een mooi overzicht van hoe er in de verschillende decennia over vrouwelijk ondernemerschap werd gedacht. Zakenvrouwen in de jaren ‘80 van de vorige eeuw werden geconfronteerd met uitspraken als ‘Gunst, nooit geweten dat u die ambitie (om leiding te nemen) had’. Ook waren er vrouwen die niet durfden te solliciteren omdat ze bang waren een plek in te nemen van een man. Dat vrouwen de klapstoeltjes van de arbeidsmarkt waren was ook zo’n typische uitdrukking uit die tijd.
De verhalen uit de jaren ‘90 geven een gemengder beeld. Het ‘uitdragen van de feministische gedachte dat er in zakenwereld veel meer vrouwen aan de top moesten komen' staat tegenover de grote schrik van een van de vrouwen dat zij misschien geen goede echtgenote was, toen haar man haar pushte om in zaken te gaan. En het gebeurde nog vaak dat je werd aangezien ‘voor de vrouw of secretaresse van’. Vanaf het jaar 2000 vinden we de vrouwen die ‘eigenlijk niets met emancipatie hebben’, en waarvan een aantal nu zegt dat zij daar anders tegenaan kijkt. Illustratief voor deze periode is uitspraak dat je als Zakenvrouw van het Jaar geen feministe hoeft te zijn, gevolgd door de constatering dat je nog wel steeds de vraag krijgt hoe je werk en gezin combineert.
Opvallend is dat veel zakenvrouwen de leiding kregen in het familiebedrijf door een belangrijke gebeurtenis buiten hun invloedssfeer, zoals ziekte of overlijden van een partner of vader. Hier komt de parallel naar voren met het leven van de weduwe Cliquot, waarnaar de titel van Zakenvrouw van het Jaar is vernoemd: zij nam na het overlijden van haar man de champagnezaak over en bouwde het uit tot een wereldwijd merk. Veel Zakenvrouwen voelen verwantschap met haar en haar situatie omdat zij zelf ook ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt in hun carrière. Ook spelen de partners een grote rol in het succes van de zakenvrouwen, door hen te ondersteunen en te helpen, en soms door hen te pushen. Een thema dat bij bijna alle vrouwen speelt, is een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Naast werk, gezin wordt er tijd gemaakt om bij te dragen aan maatschappelijke organisaties.
De makers van het boek stellen in hun introductie het glazen plafond een achterhaalde discussie te vinden. Daarmee zetten zij een toon die je hier en daar, maar zeker niet overal terugvindt in de interviews. Dit is wat mij betreft de grote paradox van het boek. De eerste Zakenvrouw kreeg deze titel in 1981, vijf jaar voordat de term ‘glass ceiling’ wereldwijde bekendheid kreeg door een geruchtmakend artikel in de Wall Street Journal. ‘Glass ceiling’ werd de verzamelnaam voor alle belemmeringen die vrouwen in hun carrière tegenkwamen. Inmiddels is wetenschappelijk bewijs geleverd van het bestaan van die belemmeringen en de impact ervan op onder andere de ondervertegenwoordiging van vrouwen in topfuncties in het bedrijfsleven en de overheid. Intussen zijn er instrumenten ontwikkeld om die belemmeringen weg te nemen. Een beproefd middel is het promoten van rolmodellen: succesvolle vrouwen in de spotlight zetten als voorbeelden ‘dat het kan’, en als vraagbaak, adviseur en mentor van andere vrouwen laten optreden. En dat is precies wat de titel Zakenvrouw van het Jaar beoogt. Het bestaan van de titel Zakenvrouw van het Jaar heeft eraan meegewerkt (en doet dat nog steeds) dat het glazen plafond dunner en doorzichtiger wordt.
De Zakenvrouwen voelen zich allemaal zeer verantwoordelijk voor hun taak als rolmodel, en speechen, presenteren, coachen en motiveren anderen met verve. Toch stelt een aantal dat ze ‘niet van de vrouwendingen zijn, zelf nooit last van hun vrouw-zijn hebben gehad, of niks hebben met dat plafond’. Om dan in de volgende zin weer te benadrukken dat zij het een voorrecht vinden om jongere vrouwen te motiveren en inspireren met hun verhaal over succesvol ondernemen als vrouw. Over deze ambivalentie van topvrouwen is al veel geschreven, en als zodanig geeft dit boek precies de spagaat weer waar velen in zitten: is het een voordeel om vrouw te zijn, of juist niet? Moet je er aandacht besteden, of juist niet? Ben je een feministe, of juist niet? Bestaat dat glazen plafond nu wel of niet? Ben je nu wel of niet van de ‘vrouwengroepen’ en ‘vrouwendingen’?
Uiteindelijk geldt dat alles wat je aandacht geeft groeit, en alles wat je geen aandacht geeft steeds minder belangrijk wordt. Belemmeringen bestaan nog steeds, maar succesvolle zakenvrouwen, met en zonder titel, hebben geen tijd om er veel aandacht aan te besteden. Ze gaan gewoon hun gang, tegen de stroom in als het moet, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze die richting op moeten. Zelfs een onmogelijke opdracht, zoals meedoen aan een schaaksimultaan met Kasparov terwijl je niet kan schaken, wordt succesvol volbracht, door een goede voorbereiding en veel oefenen; alles is mogelijk als je ervoor gaat. Dat maakt Zakenvrouwen bijzonder en dat maakt ook dat dit boek over hen bijzonder de moeite waard is om te lezen.