Het grootste deel van Duurzame financiering betreft uitleg hoe financiering werkt en welke wet- en regelgeving er is. Dat klinkt saai maar is het niet. Knap hoe de auteurs dit kort, krachtig, feitelijk en zonder idioot veel jargon hebben weten op te schrijven. Daarnaast breekt het boek duidelijk een lans om alle ruimte die er wél is om duurzaamheid te bevorderen, ook te gebruiken. Sterker nog: de auteurs stellen dat de huidige vertraging in vergroening niet op korte termijn door de politiek zal worden omgedraaid, en dat daarom de financiële instellingen leidend moeten zijn. Niet uit altruïsme, maar omdat het voor die instellingen zelf óók beter is. Dat is een boeiende stelling, met goede onderbouwing.
Waarom gaat vergroenen zo langzaam?
Duurzame financiering begint met twee hoofdstukken die een verklaring geven voor het trage tempo van vergroenen en ontgrijzen (mooie term!). Hierin o.a.: bedrijven zéggen wel te vergroenen, maar doen minder dan ze beweren of beloven, of ze stellen juist de beloften naar beneden bij uit angst voor rechtszaken. Daarnaast is er sprake van een falende kapitaalmarkt, omdat klimaatbaten niet geprijsd worden. Daardoor renderen duurzame investeringen minder dan grijze investeringen, waarvan de klimaatkosten niet geprijsd worden. Daarbij zijn er geen historische data en is veel kennis en uitzoekwerk nodig voor duurzame investeringen, en dat kost natuurlijk extra geld. En dan is er nog overheidsfalen. De overheid is simpelweg niet betrouwbaar, ze komt met beleid, subsidies en regelingen die ze na een paar jaar weer overboord gooit en überhaupt niet handhaaft. Daar kun je als bedrijf, als bank, en als consument geen langetermijnbesluiten op baseren. Erg goede uitleg van wat we zien gebeuren, waarbij duidelijk is dat niet alles kwade opzet is.
Wat is duurzame financiering?
Daarna komen er twee hoofdstukken die lezen als een studieboek: wat de financiële sector is en doet, en wat duurzame financiering is en welke vormen er zijn. De definitie die de auteurs hanteren voor duurzame financiering is interessant: duurzaamheid wordt geïntegreerd in de financiële besluitvorming van de financiële instellingen. Daarbij spelen drie voorwaarden: rentabiliteit, intentionaliteit en additionaliteit. Intentionaliteit betekent een doelbewuste relatie tussen de financiering en de vergroening, vergroening mag géén bijvangst zijn. Additionaliteit wil zeggen dat de investering daadwerkelijk leidt tot extra positieve milieu-impact, het gaat er dus om dat de investering het verschil heeft gemaakt. Financiering van wettelijk vereiste verduurzaming valt dus buiten de boot. Sommigen stellen dat de impact ook meetbaar moet zijn. Echter, er is tussen financiële instellingen geen overeenstemming over de exacte definitie, en dit leidt tot verwarring en kan greenwashing in de hand werken.
Sturen op vergroening
De volgende twee hoofdstukken behandelen de redenen waarom de financiële sector nog onvoldoende stuurt op vergroening, hoe ze dat wél kunnen doen, en wat daarvoor nodig is. De auteurs stellen dat de financiële instellingen risico lopen door klimaatverandering: fysieke risico’s bij niets doen (overstromingen) en transitierisico’s bij wél wat doen (de vraag naar vliegvakanties vermindert). Snelle transitie leidt tot lagere fysieke risico’s (want minder klimaatverandering). Toezichthouders gebruiken klimaatstresstesten om te kijken hoe banken met deze risico’s omgaan, en met name dit heeft geleid tot het verwerken van duurzaamheid in het beleid van banken. De auteurs zijn kritisch op het beleid van de nationale overheid en Europa. Dat beleid blijft uit, terwijl vroeg beginnen en geleidelijk steeds strenger worden het minst kost en het meest effectief is. Bestaand beleid, regelgeving en initiatieven vanuit Europa passeren de revue, waaronder de CSRD.
De toekomst van duurzame financiering
Het laatste hoofdstuk gaat over de toekomst, en begint met een stuk over degrowth, economische krimp, en het belang van groene groei. Degrowth wordt door de auteurs onhaalbaar geacht omdat de extra inkomsten nodig zijn voor de voorzieningen (defensie) en om welvaart te herverdelen. Er zal bij de bevolking geen draagvlak zijn om te verduurzamen zonder die groei wegens verliesaversie. Daarna spoort het boek de financiële instellingen aan om meer te doen aan het aantrekkelijker maken van groene alternatieven: rente, looptijd, premies, schadedekking, .... tools zat!
Gestructureerd, compact boek
Ik ben bijzonder te spreken over de hoeveelheid informatie die in dit toch wel compacte boek is opgenomen, en de presentatie ervan: zeer gestructureerd met veel tabellen en kaders. Ook barst het van de voorbeelden en is vrijwel alles onderbouwd met onderzoeken. Het boek is matig kritisch naar de financiële instellingen toe; deze hebben dan wel redelijk klinkende excuses om duurzame financiering maar mondjesmaat in te zetten (onzekerheid, veel werk, regelgeving, voorzichtigheid, gebrek aan kennis, mentaliteit van de medewerkers, etc.), ze zouden binnen de regelgeving veel méér kunnen doen. En zelfs móéten doen!
Losse flodders
Minder vond ik een aantal ‘losse flodders’: zinnen of paragrafen die nauwelijks argumenten hebben, vrijwel geen onderbouwing, en ieder voor zich een heel boek waard zijn (die er dan ook over geschreven zijn). Het kwam op mij over als bewuste framing, aangezien het nauwelijks iets toevoegt aan het betoog in het boek:
- Degrowth. ‘Geen draagvlak voor’ is toch echt te kort door de bocht.
- ‘Kapitalisme en markteconomie versus communistische of dictatoriale systemen … als het gaat om het omgaan met milieu en klimaat.’ Er zijn ook andere systemen denkbaar, toch?
- ‘Klimaatactivisten juichten het besluit toe. Andere, waaronder energiespecialisten waren daarentegen kritisch'. (Dit gaat over ABP die in 2021 stopte met beleggen in fossiel).
- ‘Hoewel zelfbenoemde groene banken als ASN Bank en Triodos Bank misschien minder lenen …. lijken … ’ Weinig feitelijks hier.
Ik vond Duurzame financiering erg overtuigend in de oproep naar de financiële instellingen om méér te doen: ze kúnnen het, en het is nodig, óók voor henzelf, omdat de risico’s als gevolg van klimaatverandering alleen maar toenemen.
Over Elly Stroo Cloeck
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.