De oplossingenmachine start met een aantal persoonlijke verhalen over het gezin van Wouter Hart. Deze verhalen, die we in het hele boek terugzien, maken duidelijk dat het aandragen van oplossingen aan Harts kinderen resulteert in belangentegenstellingen. Het gewenste resultaat wordt niet bereikt.
De verhalen zijn ook een inleiding op het centrale concept van De oplossingenmachine. In eenvoudige en duidelijke bewoordingen maken de schrijvers het concept duidelijk, waarbij ze een ‘oude’ aanpak en een ‘nieuwe’ aanpak beschrijven.
Moeten
De auteurs noemen de oude aanpak het moeten. Er is een opdracht en daarbij wordt de oplossing voor de ander meteen aangedragen. Het moeten bestaat uit een viertal aspecten:
1. Gevoel van moeten
2. Eigen kompas van de ontvanger wordt uitgezet
3. Er verschijnen tegengestelde belangen
4. Werkelijke vraagstuk raakt uit het zicht
Inherent aan het moeten zijn: te veel structuur, te veel regels, te veel opdrachten en te veel vastgelegde kaders.
Willen
De nieuwe aanpak kenmerkt zich door een andere invalshoek. Niet het moeten staat hier centraal, maar het willen van de ander. En wederom zijn er vier aspecten.
1. Creëer een gevoel van willen
2. Eigen kompas wordt aangezet
3. Tegengestelde belangen verdwijnen
4. Werkelijke vraagstuk blijft in beeld
De aanpak is wezenlijk anders. In de nieuwe situatie staat het probleem centraal. Het is het aan de ontvanger om hiervoor een oplossing te zoeken. Daardoor wordt die oplossing vanuit een verlangen en wens van de ontvanger bedacht. Afhankelijk van de aard van de opdracht en de volwassenheid van de ontvanger, kan er meer of minder hulp bij worden aangeboden. De auteurs noemen dat het meer of minder aanzetten van de oplossingenmachine.
Door deze andere aanpak ontstaat meer regie en eigenaarschap bij de ontvanger. Door intrinsieke motivatie zal de oplossing ook duurzamer zijn. Want zeg nu zelf. Als je iets moet, dan ontstaat er vaak weerstand.
Kernbegrippen om te komen tot de nieuwe aanpak zijn: luisteren, (door-)vragen en de durf om de ander fouten te laten maken. Het lijkt zo simpel, maar de praktijk leert dat het ingewikkeld is om hulp goed te doseren. Bovendien is het lastig om op je handen te blijven zitten.
Vier rollen
De schrijvers illustreren de werking van het model met allerlei casuïstiek die het geheel heel begrijpelijk maken. Na ie uitleg beschrijven ze vier rollen die werken vanuit het willen in de weg zitten. Dat zijn:
- De afpakker: zegt hoe het moet
- De oppakker: neemt het probleem over
- Brave hendrik: volgt braaf
- Calimero: heeft een houding van niet kunnen
Handige omschrijvingen, en het is goed om de rollen te leren herkennen.
Tips
De oplossingenmachine eindigt met een aantal tips om te komen tot werken vanuit het willen. Ik noem er een paar.
1. Zoek het haakje voor de motivatie (het verlangen) bij de ander
2. Maak duidelijk wat je bedoelt
3. Durf het mis te laten gaan
De oplossingenmachine biedt geen kant en klare oplossingen, maar zet aan tot nadenken. Dat past ook goed bij de centrale boodschap. Door de herkenbare en eenvoudige voorbeelden is het concept goed te vertalen naar je eigen praktijk. Dat zal gaan met vallen en opstaan, maar zoals we in tip drie al zagen: Met een beetje lef kun je een eind komen.
Over Frank van Kuijck
Frank van Kuijck is een onafhankelijk en zelfstandig professional in toezicht en advisering binnen de publieke sector. Hij is oprichter en eigenaar van het adviesbureau Toetssteen BV. Daarnaast is hij associate partner bij TransitiePartners. Hij heeft een achtergrond als Partner in de audit en adviespraktijk bij Deloitte en is docent Auditing aan de UVT Tilburg.