De passie waarmee sporters te werk gaan, de focus op ogenschijnlijk onbereikbare doelen en de ijzeren discipline waarmee prestaties worden nagejaagd, fascineren mij in hoge mate. Bovendien zijn het aspecten die in organisaties maar al te vaak gemist worden. Dit neemt niet weg dat boeken die sport als lichtend voorbeeld stellen vaak ook irritant naïef zijn. Dit heeft niet alleen te maken met het kwistig rondstrooien van hyperbolen, superlatieven en tenenkrommende metaforen, maar vooral met het gemak waarmee betrekkelijk eenvoudige spelsituaties als exemplarisch voor de vaak taaie bedrijfsmatige realiteit worden gesteld. In de wereld van sporters lijkt het alsof alles is terug te brengen tot de heilige drie-eenheid van passie, focus en discipline… Op het eerste gezicht weet Jan de Schepper, auteur van te boek ´Kopmannen – wat leiders kunnen leren van topsporters en omgekeerd´ – deze valkuil aardig te omzeilen. Dat is niet verwonderlijk, want de auteur kent beide werelden op zijn duim. Ooit werkzaam als voetbalcoach bij KV Mechelen, fungeerde hij vervolgens als topmanager van telecombedrijf Belgacom. De Schepper is ervan overtuigd dat sportief denken de basis is voor succes in de nieuwe wereld die momenteel ontstaat. Net als in de sportwereld, is het volgens hem van belang om over een goede kopman te beschikken. Deze is niet alleen in staat om zijn team of organisatie uit de comfortzone te leiden, maar om ook onder grote druk topprestaties te leveren. Wat goed leiderschap inhoudt, beschrijft de auteur aan de hand van zeven eigenschappen. Hij spreekt voor het gemak dan ook van de ´Kopman 7.0´. in vogelvlucht noem ik ze alle zeven kort: - De kopman 7.0 is in de eerste plaats een tempomaker. Hij wil vooruit, maar weet ook goed in te schatten wanneer er getemporiseerd moet worden. Hij motiveert door nieuwe uitdagingen aan te geven, de juiste targets te stellen en angsten weg te nemen. Hij creëert op de juiste momenten de juiste spanning én ontspanning. - De Kopman 7.0 beschikt in de tweede plaats over uitstekende coachingsvaardigheden. Hij leert zijn mensen niet alleen wat het is om onder druk te presteren, maar stimuleert hen ook om persoonlijk te groeien. Een van zijn sterkste wapens daarbij is dat hij mensen het volle vertrouwen geeft. - De Kopman 7.0 is ten derde vooral ook een spelverdeler, die zijn medespelers beter maakt. Hij delegeert makkelijk doet de moeilijke taken zelf. Hij omringt zich met de beste mensen en geeft hen veel vrijheid en empowerment. Bovendien weet hij ook regelmatig te scoren. - In de vierde plaats is de Kopman 7.0 een visionair die het eerder van zijn dromen dan van minutieus uitgewerkte plannen moet hebben. Hij stelt zich constant de vraag waarom dingen belangrijk zijn en geeft de richting aan waarheen het gaat. Hij is bovendien ook in staat om zijn visie ook daadwerkelijk uit te voeren. - De Kopman 7.0 kenmerkt zich in de vijfde plaats door zijn enorme veranderkracht. Hij streeft naar vernieuwing en is een meester in het realiseren van transformaties. - De zesde eigenschap heeft te maken met de innerlijke drang om te scoren. De Kopman 7.0 is een boegbeeld als het om presteren gaat. Hij zorgt goed voor zijn medewerkers, die er op hun beurt voor zorgen dat hij optimaal wordt aangespeeld. - Als zevende en misschien wel belangrijkste eigenschap noemt de auteur schakelvermogen en wendbaarheid. In een veranderlijke wereld, komt het erop aan om je voortdurend aan nieuwe omstandigheden aan te passen. Je moet daarom niet alleen in staat zijn om te anticiperen, maar ook om flexibel zijn en voortdurend te kunnen schakelen. De Kopman 7.0 is een allrounder met een goede conditie. Hij beschikt over een onuitputtelijke energie. Raak je onder de indruk van deze imposante lijst? Waarschijnlijk niet. Er zijn namelijk al zoveel boeken over leiderschap waarin soortgelijke lijsten figureren. Steevast worden leiders daarbij als heroïsche figuren afgeschilderd, die louter succes hebben en waarop nauwelijks een vlekje te ontdekken is. Deze naïeve lijn wordt helaas in dit boek ook doorgetrokken. Daarbij vraag je je ook voortdurend af waarop die lijst is gebaseerd. Waarom niet zes eigenschappen of acht? En zijn dit echt wel de belangrijkste eigenschappen? Het antwoord wordt helaas niet gegeven. Het boek is te stellig en te weinig onderbouwd om als serieus te nemen bron van leiderschapskennis te fungeren. Wat rest is een aantal smakelijke anekdotes die tot de verbeelding spreken. Wat te denken van het volgende voorval? Kort voor een beslissende wedstrijd wordt de trainer van voetbalclub Anderlecht geconfronteerd met een sterspeler die tijdens de training ineens het veld verlaat. De betreffende speler – Dieumerci Mbokani, alleen de naam al – laat niet alleen zijn team verbouwereerd achter, maar blijkt de volgende uren ook van de aardbodem te zijn verdwenen. Wat te doen? De speler uit de groep verwijderen is geen optie, want dat zou het te behalen resultaat in gevaar brengen. Niets doen is ook niet mogelijk, want dat zou tegen de heersende waarden en normen van de club indruisen. Bovendien zou het gezag van de trainer dan worden aangetast. Snel schakelend tussen alle mogelijke alternatieven, besluit de trainer tot een tussenoplossing: de sterspeler wordt opgesteld, maar krijgt daarbij tegelijkertijd te horen dat hij bij de minste fout of onoplettendheid meteen naar de kant zal worden gehaald. Daarnaast zal zijn gedrag na afloop van de wedstrijd uitvoerig worden geëvalueerd. Volgens de Schepper is dit een lichtend voorbeeld van de handelswijze van de Kopman 7.0: door niet eindelijk te schaken, maar snel te schakelen, wist hij een crisis in wording te bezweren. Dat vergt guts en daar moet je goesting in hebben.
Over Hans van der Loo
Hans van der Loo richt zich op zelfmotivatie en psychologische veiligheid in teams. Hij is onderzoeker, facilitator en auteur van meerdere bestsellers, zoals 'Kus de visie wakker, 'Psychologische veiligheid','Teaming: de nieuwe realiteit van samenwerken' en 'Gitig gedoe op de werkplek'. deze laatste is Managementboek van het jaar 2024.