In vergaderzalen en op heidagen eindigen veel gesprekken op dezelfde plek als waar ze begonnen: ieder z’n eigen mening en het eigen gelijk voorop. En dat terwijl we meestal op zoek zijn naar een gezamenlijke visie en nieuwe ideeën. Dat je verder komt als je de verbinding durft aan te gaan met de ander, weten we eigenlijk wel. Maar hoe je die verbinding tot stand kan brengen? En hoe een kritische houding daarin een plek heeft?
Verbinding in plaats van framing
Cruciaal om nader tot elkaar te komen is dat gesprekspartners hun best doen om binnen te dringen in de belevingswereld van de ander en hun eigen beleving onder de loep nemen. Het coöperatieve gesprek is daarvoor een uitstekend instrument. Deze nieuwe gesprekstechniek is een vorm van geweldloze communicatie, multi-inzetbaar en schudt het denken flink op. Het haalt de angel uit gesprekken over onderwerpen die ‘moeilijk’ zijn, in de taboesfeer liggen, of juist heel vanzelfsprekend lijken.
Als docent zie ik dagelijks hoe razend moeilijk jongeren het vinden om echt te luisteren en goede vragen te stellen bij maatschappelijke, culturele en ethische kwesties. Op een dag ging er een lampje bij me branden: wie opgroeit in een gepolariseerde wereld heeft weinig voorbeelden van hoe het anders kan. Jongeren leren wel debatteren, en dat levert veel moois op, maar er ontstaat geen verbinding. Eigenlijk leren ze met debatvaardigheden vooral technieken om hun eigen gelijk te framen, en voelen ze daarin zelfs een alibi om vooral niet naar de anderen te luisteren. En dat geldt natuurlijk net zo voor volwassenen. Samen met een collega vond ik tools voor een open, verbindend en tegelijk ook kritisch gesprek. Zo hebben we vanuit de praktijk het coöperatieve gesprek ontwikkeld.
Uit je groef komen
De meeste gesprekken zijn uitwisselingen van meningen en gedachten. De focus ligt op het meedelen en vertellen en niet zozeer op begrip voor het perspectief van een ander. En ook al hebben we het niet altijd in de gaten, we worden daarbij gestuurd door onze emoties, opvoeding en ervaringen. Die sturen onze verwachtingen, bange vermoedens, hoop. Doorgaans laten we die rijke voedingsbodem in een gesprek onberoerd.
Een mening hangen we misschien wel vol met allerlei argumenten, maar de humus blijft onbesproken. Dat is jammer; drijfveren die niet in beeld komen gaan gisten. Gesprekken leveren dan veel emotie en weinig begrip op en lopen vast. Goede kans dat we ons ergeren aan de ander, aan zijn gebrek aan begrip en empathie, zijn onwil om te luisteren. Of we proberen het allemaal nog eens, maar dan duidelijker uit te leggen. Wordt dat een open en constructief gesprek? Verre van.
Nieuwe kritische houding
Het is daarom belangrijk dat we ons bezighouden met onze blinde vlek: dat wat we niet weten, niet herkennen, niet durven te denken. Dat lukt juist beter samen dan alleen. Samen nadenken helpt om frames te herkennen, open te breken en te verrijken met andere geluiden. Zo kunnen persoonlijke perspectieven en intuïties verweven worden in collectieve ideeën en kan draagvlak ontstaan.
Het coöperatief gesprek
Het coöperatieve gesprek is een vragende dialoogvorm. De techniek is: vragen stellen bij wat je zelf weet en denkt. De attitude is: willen luisteren, zodat je erachter komt wat de ander denkt en weet. Wat maakt het zo ‘anders’? Het belangrijkste: het resultaat. Een coöperatief gesprek veroorzaakt begrip, beweging en verbeeldingskracht door de onderliggende, vanzelfzwijgende patronen in het spreken en denken van onze gesprekspartners én van onszelf te onderzoeken. Het is dan ook een goede wegbereider voor iedereen die op een geweldloze manier de wirwar van rationele overwegingen en onderhuidse emoties die aan iedere controversiële kwestie kleeft in beeld wil brengen.
Zo levert het de tools om een vraagreflex te creëren, op de werkvloer, binnen het onderwijs, de politiek, de eigen binnenwereld, een brainstormsessie en feitelijk overal waar het zinvol is om te onderzoeken wat we precies vinden en willen.
Over Wouter Colpaert
Wouter Colpaert begeleidt mensen en organisaties in reflectie- en veranderingsprocessen. Dat doet hij als docent levensbeschouwing en filosofie, als trainer coöperatieve gespreksvoering bij Bureau Drijfpunt en als counselor in zijn eigen praktijk.