Praktisch Belastingrecht 2023/2024 Theorieboek
Paperback Nederlands 2023 1e druk 9789463173452Samenvatting
Praktisch Belastingrecht maakt studenten op een toegankelijke manier wegwijs in de complexe wereld van het Nederlandse belastingrecht. Dit studieboek is gebaseerd op de wet- en regelgeving van 1 januari 2023. Er is in dit boek veel aandacht besteed aan helder taalgebruik. Ook de opmaak met veel voorbeelden, kernwoorden buiten de tekst en het gebruik van kleur maakt dit studieboek overzichtelijk en ondersteunt de student bij het bestuderen van de stof.
Bij dit theorieboek behoort een opgavenboek met vraagstukken per hoofdstuk, geactualiseerd volgens de belastingwetgeving per 1 januari 2023. Bij dit opgavenboek behoort ook een digitale leeromgeving met alle uitwerkingen van de vraagstukken uit het opgavenboek, aanvullende opgaven, begrippen en video’s.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Rechtsgrond voor belastingheffing 3
1.2.1 Inleiding 3
1.2.2 Plaats binnen de wetten 4
1.3 Soorten belastingen 5
1.3.1 Inleiding 5
1.3.2 Directe en indirecte belastingen 5
1.3.3 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 5
1.3.4 Aanslag- en aangiftebelastingen 6
1.3.5 Subjectieve en objectieve belastingen 7
1.4 Vindplaatsen in het belastingrecht 7
1.4.1 Wetgeving 7
1.4.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 8
1.4.3 Europese richtlijnen 8
1.4.4 Besluiten 9
1.4.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 9
1.4.6 Rechtspraak (jurisprudentie) 10
2 Algemene wet inzake rijksbelastingen 13
2.1 Inleiding 14
2.2 Begripsbepalingen 14
2.3 Opbouw van de AWR 17
2.3.1 Onderscheid aanslagbelastingen en aangiftebelastingen 17
2.3.2 Navorderen en naheffen 18
2.3.3 Samenvatting van het voorgaande in schema 18
2.4 De aangifte 18
2.4.1 Inleiding 18
2.4.2 Uitnodiging tot het doen van aangifte 19
2.4.3 Verplichtingen met betrekking tot de aangifte 19
2.4.4 Termijnen 19
2.5 Aanslagbelastingen 20
2.5.1 Opleggen aanslag 20
2.5.2 Voorlopige aanslag 21
2.5.3 De navorderingsaanslag 21
2.6 Aangiftebelastingen 23
2.6.1 Inleiding 23
2.6.2 Tijdvak- en tijdstipbelastingen 23
2.6.3 Naheffingsaanslag 23
2.7 Bezwaar en beroep 24
2.8 Belastingrente 30
2.9 Vertegenwoordiging 32
2.10 Verplichtingen ten aanzien van de belastingheffing 32
2.10.1 Inleiding 32
2.10.2 Informatieplicht met betrekking tot de eigen belastingheffing 33
2.10.3 Informatieplicht met betrekking tot de loonheffingen en dividendbelasting 33
2.10.4 Informatieplicht met betrekking tot belastingheffing bij derden 36
2.11 Bewijslastverdeling in verhouding Belastingdienst-belastingplichtige 36
2.11.1 Inleiding 36
2.11.2 Omkering van de bewijslast 37
2.11.3 De informatiebeschikking 37
2.12 Hardheidsclausule 38
2.13 Ambtshalve vermindering 38
2.14 Bestuurlijke boetes 38
2.14.1 Inleiding 38
2.14.2 Verzuimboete 39
2.14.3 Vergrijpboete 39
2.14.4 Voorschriften voor het opleggen van bestuurlijke boeten 40
2.14.5 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 40
3 Loonbelasting 41
3.1 Inleiding 42
3.2 Dienstbetrekking 43
3.2.1 Inleiding 43
3.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 43
3.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 45
3.2.4 Fictieve dienstbetrekking 45
3.2.5 Oneigenlijke dienstbetrekking 48
3.2.6 Dienstverlening aan huis 48
3.2.7 Tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking 49
3.3 Inhoudingsplichtige 49
3.4 Loon 50
3.4.1 Inleiding 50
3.4.2 Belastbaar loon 50
3.4.3 Loon 50
3.4.4 Tabelloon 51
3.4.5 Loon in geld 51
3.4.6 Loon in natura 51
3.4.7 Aanspraken 52
3.4.8 Fooien 53
3.4.9 Auto van de zaak 54
3.4.10 Privégebruik fiets van de zaak 56
3.4.11 Fictief loon 57
3.5 Vrijstellingen 58
3.5.1 Inleiding 58
3.5.2 Vrijstellingen 58
3.6 De werkkostenregeling 59
3.6.1 Inleiding 59
3.6.2 Uitleg van de werkkostenregeling 60
3.6.3 Niet iedere vergoeding of verstrekking is loon 61
3.6.4 Gebruikelijkheidstoets 66
3.6.5 Schema werkkostenregeling 67
3.7 Verschuldigde loonbelasting 68
3.7.1 Inleiding 68
3.7.2 Tarief 69
3.7.3 Loonheffingskorting 69
3.7.4 Loonbelastingtabellen 70
3.8 Moment van heffing 71
3.9 Administratieve verplichtingen 73
3.9.1 Inleiding 73
3.9.2 Verplichtingen bij aanvang werkzaamheden 73
3.9.3 Het anoniementarief 75
3.9.4 Legitimatieplicht 76
3.10 Inhoudingsplichtige als belastingplichtige 76
3.10.1 Inleiding 76
3.10.2 Toepassen eindheffing 77
3.10.3 Tarief 77
4 Inleiding inkomstenbelasting 79
4.1 Inleiding 80
4.2 Opbouw van de wet 80
4.3 Belastingplicht 81
4.4 Heffingsgrondslagen: het boxenstelsel 82
4.4.1 Inleiding 82
4.4.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 84
4.4.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 85
4.4.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 86
4.4.5 Verzamelinkomen 88
4.5 Heffingskortingen 88
4.5.1 Inleiding 88
4.5.2 Onderdelen van de heffingskorting 89
4.6 Toerekeningsregels 92
4.6.1 Inleiding 92
4.6.2 Toerekening tussen en binnen belastbare inkomens 92
4.6.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 93
4.6.4 Toerekening inkomen tussen partners 94
4.6.5 Voordelen vrije toerekening 95
4.7 Wijze van heffing 98
4.7.1 Inleiding 98
4.7.2 Voorheffingen 98
4.7.3 Voorlopige teruggaaf 98
5 Box 1: winst uit onderneming 101
5.1 Algemeen 102
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 102
5.2 Inleiding 102
5.3 Onderneming 103
5.4 Ondernemers en andere winstgenieters 104
5.4.1 Inleiding 104
5.4.2 Ondernemerschap 104
5.4.3 Urencriterium 106
5.4.4 Medegerechtigden 108
5.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 108
5.4.6 Uitsluiting van ondernemersfaciliteiten 108
5.5 Winst uit onderneming versus loon, resultaat overige werkzaamheden, en box 3 109
5.5.1 Winst uit onderneming versus loon 109
5.5.2 Winst uit onderneming versus resultaat uit overige werkzaamheden 109
5.5.3 Winst uit onderneming versus opbrengsten uit sparen en beleggen 109
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 110
5.6 Inleiding 110
5.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 113
5.7.1 Inleiding 113
5.7.2 Goed koopmansgebruik 113
5.7.3 Balanscontinuïteit 115
5.8 Vermogensetikettering 115
5.8.1 Inleiding 115
5.8.2 De wijze van etikettering 116
5.8.3 Keuzeherziening 120
5.9 Waardering van vermogensbestanddelen 120
5.9.1 Inleiding 120
5.9.2 Bedrijfsmiddelen 121
5.9.3 Vorderingen 124
5.9.4 Voorraden 125
5.9.5 Onderhanden werk 126
5.9.6 Schulden 127
5.9.7 Voorzieningen 127
5.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 128
5.10.1 Inleiding 128
5.10.2 Privégebruik auto van de zaak 129
5.10.3 Privégebruik fiets van de zaak 130
5.10.4 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 131
5.11 Beperkt aftrekbare kosten 131
5.11.1 Inleiding 131
5.11.2 Algemene aftrekbeperking 132
5.11.3 Specifieke aftrekbeperking 132
5.12 Niet-aftrekbare kosten 133
5.12.1 Inleiding 133
5.12.2 Algemene uitsluiting van aftrek 134
5.12.3 Specifieke uitsluiting van aftrek 134
5.13 Objectieve vrijstellingen 135
5.13.1 Inleiding 135
5.13.2 Bosbouwvrijstelling 135
5.13.3 Landbouwvrijstelling 135
5.13.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 136
Onderdeel C Ondernemers- en ondernemingsfaciliteiten 137
5.14 Inleiding 137
5.15 Willekeurige afschrijving 138
5.16 Investeringsaftrek 140
5.16.1 Inleiding 140
5.16.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 143
5.16.3 Energie-investeringsaftrek 144
5.16.4 Milieu-investeringsaftrek 144
5.17 De desinvesteringsbijtelling 145
5.18 Kostenegalisatiereserve 146
5.19 Herinvesteringsreserve 147
5.19.1 Inleiding 147
5.19.2 Het vormen en aanwenden van de herinvesteringsreserve 149
5.19.3 Boekhoudkundige verwerking 149
5.20 Ondernemersaftrek 150
5.20.1 Inleiding 150
5.20.2 Zelfstandigenaftrek 151
5.20.3 Startersaftrek 151
5.20.4 Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk 152
5.20.5 Beloning voor meewerkende partner in de onderneming 152
5.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 153
5.21 De MKB-winstvrijstelling 154
Onderdeel D Staking van de onderneming 154
5.22 Inleiding 154
5.23 Stakingswinst 155
5.23.1 Inleiding 155
5.23.2 Begrip stakingswinst en goodwill 155
5.23.3 Berekening van de stakingswinst 156
5.23.4 Vrijval fiscale reserves 157
5.23.5 Desinvesteringsbijtelling 157
5.23.6 Stakingsaftrek 157
5.23.7 Doorschuiven onderneming 158
5.23.8 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 159
5.24 Bedrijfsoverdracht 160
5.24.1 Bedrijfssluiting 160
5.24.2 Overdracht aan derden 160
5.25 Het aangaan van een samenwerkingsverband 162
5.26 Overdrachten waarbij fiscale claims kunnen worden doorgeschoven 162
5.26.1 Inleiding 162
5.26.2 Het begrip ‘doorschuiven’ 163
5.26.3 Overdrachten waarbij doorgeschoven kan worden 164
5.27 Overlijden van de ondernemer 164
5.27.1 Overlijdenswinst 164
5.27.2 Doorschuiffaciliteit 164
5.28 Ontbinding huwelijksgemeenschap 165
5.28.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 165
5.28.2 Verplichte doorschuiving 165
5.29 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 165
5.30 Uitwerking geruisloze doorschuiving 166
5.31 Overdracht onderneming aan een eigen besloten vennootschap 168
5.32 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 170
6 Box 1: werk en inkomen 171
6.1 Inleiding 172
6.2 Algemene bepalingen binnen box 1 173
6.2.1 Inleiding 173
6.2.2 Waardering niet in geld genoten inkomen 173
6.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 173
6.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten in aftrek mogen komen 174
6.3 Het belastbare loon 175
6.3.1 Inleiding 175
6.3.2 Loon 175
6.3.3 Fooien 175
6.3.4 Reisaftrek 176
6.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 178
6.4.1 Inleiding 178
6.4.2 Terbeschikkingstelling aan eigen bv of die van een verbonden persoon 181
6.4.3 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 182
6.5 De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 184
6.5.1 Inleiding 184
6.5.2 De aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 185
6.5.3 Termijnen van lijfrenten 186
6.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 186
6.6.1 Inleiding 186
6.6.2 Begrip eigen woning 187
6.6.3 Eigenwoningforfait 190
6.6.4 Tijdelijke verhuur 191
6.6.5 Kamerverhuurvrijstelling 192
6.6.6 Eigenwoningschuld 193
6.6.7 Eigenwoningschuld aangegaan vóór 1 januari 2013: overgangsrecht 198
6.6.8 Geen aflossingseis voor overbruggingskrediet 198
6.6.9 Bijleenregeling 199
6.6.10 Aftrekbare kosten 201
6.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 203
6.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 204
6.8.1 Inleiding 204
6.8.2 Lijfrentevoorzieningen 205
6.8.3 Toegelaten aanbieders 206
6.8.4 Premies 206
6.8.5 Tijdstip van aftrek 207
6.9 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 207
6.10 Negatieve persoonsgebonden aftrek 208
6.11 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 209
6.12 De persoonsgebonden aftrek 210
6.12.1 Inleiding 210
6.12.2 Tijdstip aftrek 211
6.12.3 Uitgaven van onderhoudsverplichtingen 211
6.12.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 213
6.12.5 Weekenduitgaven voor gehandicapten 216
6.12.6 Aftrekbare giften 217
7 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 219
7.1 Inleiding 220
7.2 Aanmerkelijk belang 223
7.2.1 Inleiding 223
7.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang 223
7.2.3 Meesleepregeling 226
7.2.4 Meetrekregeling 226
7.2.5 Fictief aanmerkelijk belang 227
7.3 Reguliere voordelen 228
7.3.1 Inleiding 228
7.3.2 Dividenduitkeringen 229
7.3.3 Teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort 229
7.3.4 Excessief lenen bij de eigen bv 230
7.4 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen 233
7.5 Vervreemdingsvoordelen 234
7.5.1 Inleiding 234
7.5.2 Overdrachtsprijs 234
7.5.3 Verkrijgingsprijs 236
7.6 Fictieve vervreemdingen 237
7.7 Doorschuifregelingen 239
7.7.1 Inleiding 239
7.7.2 Doorschuifregeling en het huwelijksvermogensrecht 239
7.7.3 Doorschuiven en overlijden 240
7.7.4 Doorschuiven en dalen onder de 5%-eis 240
7.8 Genietingsmoment 241
7.9 Verliesverrekening 242
8 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 243
8.1 Inleiding 244
8.2 Forfaitair rendement 244
8.2.1 Inleiding 244
8.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 244
8.2.3 Berekening inkomen box 3 met ingang van 1 januari 2023 246
8.2.4 Peildatum 248
8.2.5 Heffingvrij vermogen 250
8.3 Bezittingen 250
8.3.1 Inleiding 250
8.3.2 Onroerende zaken 251
8.3.3 Rechten op onroerende zaken 251
8.3.4 Roerende zaken 251
8.3.5 Rechten op roerende zaken 252
8.3.6 Rechten die niet op zaken betrekking hebben 252
8.3.7 Overige vermogensrechten 253
8.4 Schulden 253
8.4.1 Inleiding 253
8.4.2 Belastingschulden 253
8.4.3 Drempelbedrag 254
8.5 Vrijstellingen 254
8.5.1 Inleiding 254
8.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 255
8.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 255
8.5.4 Voorwerpen van kunst en wetenschap 255
8.5.5 Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 255
8.5.6 Overlijdens- en invaliditeitsuitkering, contanten en waardebonnen 256
8.5.7 Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 256
8.5.8 Groene beleggingen 256
8.6 Waardering 257
8.6.1 Inleiding 257
8.6.2 Onroerende zaken 257
8.6.3 Effecten 259
8.6.4 Vruchtgebruik/recht van gebruik 259
9 Vennootschapsbelasting 261
9.1 Inleiding 262
9.2 Subjectieve belastingplicht 262
9.2.1 Inleiding 262
9.2.2 Binnenlandse belastingplicht 263
9.2.3 Vrijstellingen 265
9.3 Tarief 266
9.4 Object van heffing 267
9.4.1 Inleiding 267
9.4.2 Onttrekkingen 272
9.4.3 Stortingen 276
9.4.4 Aftrekbare bedragen 277
9.4.5 Niet-aftrekbare bedragen 278
9.4.6 Giften 278
9.4.7 Te verrekenen verliezen 279
9.5 Deelnemingsvrijstelling 280
9.5.1 Inleiding 280
9.5.2 Begrip deelneming 281
9.5.3 Gevolgen deelnemingsvrijstelling 282
9.5.4 Deelnemingskosten 283
9.5.5 Liquidatieverliezen 283
9.6 Fiscale eenheid 284
9.6.1 Inleiding 284
9.6.2 Voorwaarden aangaan fiscale eenheid 284
9.6.3 Gevolgen aangaan van fiscale eenheid 285
9.6.4 Voorwaarden en gevolgen beëindiging 286
9.7 Dividendbelasting 287
10 Omzetbelasting 289
10.1 Inleiding 290
10.2 Wie moet omzetbelasting voldoen? 293
10.2.1 Inleiding 293
10.2.2 Ondernemer 294
10.2.3 Fiscale eenheid 295
10.3 Belastbaar feit 1: de leveringen van goederen 296
10.3.1 Inleiding 296
10.3.2 Het begrip levering van goederen 297
10.3.3 Specifieke situaties 300
10.3.4 Plaats van de levering 301
10.4 Belastbaar feit 2: intracommunautaire verwervingen (ICV) 302
10.4.1 Inleiding 302
10.4.2 Het systeem bij leveringen binnen de EU: ICL en ICV 302
10.4.3 Overbrenging eigen goed naar een andere lidstaat 304
10.4.4 Gevolgen ICV 304
10.4.5 Uitgesloten ICT 304
10.5 Belastbaar feit 3: invoer 305
10.5.1 Inleiding 305
10.5.2 Invoer 305
10.5.3 Uitvoer 305
10.6 Belastbaar feit 4: diensten 306
10.6.1 Inleiding 306
10.6.2 Het begrip dienst 306
10.6.3 Plaats van de dienst 308
10.7 Belastbaar feit 5: gemengde prestaties 312
10.8 Waarover moet omzetbelasting worden berekend? 313
10.8.1 Inleiding 313
10.8.2 De vergoeding 313
10.8.3 Maatstaf van heffing bij interne leveringen 315
10.8.4 Maatstaf van heffing bij interne diensten 315
10.8.5 Maatstaf van heffing bij invoer 316
10.9 Hoeveel omzetbelasting moet worden voldaan? 316
10.9.1 Inleiding 316
10.9.2 Tabel I 317
10.9.3 Tabel II 318
10.10 In hoeverre bestaat recht op aftrek voorbelasting? 319
10.10.1 Inleiding 319
10.10.2 Factuurvereisten 320
10.10.3 Aftrek bij belaste en vrijgestelde prestaties 320
10.10.4 Aftrek bij invoer 323
10.10.5 Verleggingsregelingen 323
10.10.6 Uitsluiting aftrek voorbelasting 324
10.11 Wanneer moet de omzetbelasting worden voldaan? 324
10.11.1 Inleiding 324
10.11.2 Aangifte en betaling 325
10.12 Welke vrijstellingen kent de Wet OB? 326
10.12.1 Inleiding 326
10.12.2 Verhuur onroerende zaken 326
10.12.3 Levering van onroerende zaken 327
10.12.4 Overige vrijstellingen 328
10.13 Bijzondere regelingen 329
10.13.1 Inleiding 329
10.13.2 Kleineondernemersregeling 329
10.13.3 Margeregeling 332
10.13.4 Overdracht van een onderneming 335
10.14 Administratieve verplichtingen 335
10.14.1 Inleiding 335
10.14.2 Boekhoudverplichting 335
10.14.3 Factuurverplichting 336
10.14.4 Forfaitaire berekeningsmethode 337
10.15 Teruggaaf bij niet-betaling 338
11 Schenk- en erfbelasting 341
11.1 Inleiding 342
11.2 Woonplaats 342
11.2.1 Inleiding 342
11.2.2 Diplomatenfictie 343
11.2.3 Fictieve woonplaats na emigratie 343
11.3 Begripsbepalingen 344
11.3.1 Inleiding 344
11.3.2 Bloedverwantschap en aanverwantschap 344
11.3.3 Partner 345
11.3.4 Kinderen 345
11.4 Verkrijging krachtens erfrecht 347
11.4.1 Inleiding 347
11.4.2 Erfgenamen op grond van de wet 347
11.4.3 Erfrechtelijke verkrijgers bij testament 350
11.4.4 Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen 353
11.5 Schulden en kosten die samenhangen met het overlijden 361
11.5.1 Algemeen 361
11.5.2 Belastingschulden en latente belastingschulden 361
11.6 Omvang van de nalatenschap 362
11.7 Verkrijging krachtens schenking 364
11.7.1 Inleiding 364
11.7.2 Schenkingsplan 365
11.7.3 Samentellingen 366
11.7.4 Tijdstip waarop de schenking tot stand komt 366
11.8 Waardebepaling van de verkrijging 368
11.8.1 Inleiding 368
11.8.2 Aandelen en obligaties 368
11.8.3 Ondernemingsvermogen 368
11.8.4 Onroerende zaken 368
11.8.5 Periodieke uitkeringen en vruchtgebruik 370
11.9 Vrijstellingen 371
11.9.1 Inleiding 371
11.9.2 Vrijstellingen voor de erfbelasting 371
11.9.3 Vrijstellingen voor schenkbelasting 373
11.10 Tarief schenk- en erfbelasting 375
11.10.1 Het tarief 375
11.10.2 Kort na elkaar overlijden 375
11.10.3 Verkrijging vrij van recht 376
11.10.4 Verrekening overdrachtsbelasting met schenkbelasting 376
11.11 Bedrijfsopvolgingsfaciliteit 377
11.11.1 Algemeen 377
11.11.2 Bedrijfsopvolging bij een besloten vennootschap 378
11.12 Aangifte 380
Index 381
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan