Het inkomen van buitenlandse belastingplichtigen
Paperback Nederlands 2016 1e druk 9789013129069Samenvatting
Hoe zit de buitenlandse belastingplicht voor natuurlijke personen en rechtspersonen in elkaar? Deze brochure behandelt systematisch de Nederlandse inkomstenbronnen die leiden tot buitenlandse belastingplicht, met duidelijke verwijzingen naar wetsartikelen, rechtspraak en relevante passages uit de parlementaire geschiedenis.
De invloed van belastingverdragen op de heffing van belasting van buitenlandse belastingplichtigen komt eveneens uitgebreid aan de orde.
Inkomen van buitenlandse belastingplichtige geeft dan ook niet alleen antwoord op de vraag welke Nederlandse inkomstenbronnen leiden tot buitenlandse belastingplicht, maar ook of Nederland onder een geldend belastingverdrag deze heffing daadwerkelijk mag effecturen. Hierbij is het OESO-Modelverdrag als uitgangspunt genomen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen / XIII
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
1.1 Algemeen / 1
1.1.1 Voorbeelden / 1
1.1.2 Opzet / 2
HOOFDSTUK 2
Buitenlandse belastingplicht voor natuurlijke personen / 3
2.1 Nationaliteit en woonplaats / 3
2.1.1 Ficties ten aanzien van de woonplaats in Nederland / 4
2.1.1.1 Algemeen / 4
2.1.1.2 Emigratie gevolgd door remigratie / 4
2.1.1.3 Uitgezonden in het kader van een dienstbetrekking tot de Staat der Nederlanden / 5
2.2 De buitenlandse belastingplicht voor natuurlijk personen / 5
2.2.1 Inkomenscategorieën / 5
2.3 Het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland / 6
2.3.1 Algemeen / 6
2.3.2 De belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming / 7
2.3.2.1 Algemeen / 7
2.3.2.2 Vaste inrichting / 7
2.3.2.3 Vaste vertegenwoordiger / 8
2.3.2.4 Werkzaamheden buitengaats / 9
2.3.2.5 Winsttoerekening aan een Nederlandse onderneming / 9
2.3.2.6 Internationaal vervoer: Vrijstelling / 10
2.3.2.7 Medegerechtigheid tot een onderneming / 11
2.3.2.8 Vorderingen met winstafhankelijke vergoeding / 11
2.3.2.9 Inroepen van ondernemersfaciliteiten door een buitenlandse belastingplichtige / 11
2.3.2.10 De belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming: Verdragsaspecten / 12
2.3.3 Het belastbaar loon ter zake van het in Nederland verrichten of hebben verricht van arbeid / 13
2.3.3.1 Het verrichten van arbeid in Nederland / 14
2.3.3.2 Belastbaar loon / 14
2.3.3.3 Het belastbaar loon ter zake van het in Nederland verrichten of hebben verricht van arbeid: Verdragsaspecten / 15
2.3.4 Het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland / 16
2.3.4.1 Algemeen / 16
2.3.4.2 Uitbreiding van het begrip werkzaamheid / 17
2.3.4.3 De terbeschikkingstellingsvrijstelling / 18
2.3.4.4 Het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland: Verdragsaspecten / 18
2.3.5 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen / 19
2.3.5.1 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen: Verdragsaspecten / 20
2.3.6 De rechten op periodieke uitkeringen en verstrekkingen van publiekrechtelijke aard van of gedaan namens een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon / 20
2.3.6.1 Onderscheid met ‘reguliere’ periodieke uitkeringen en verstrekkingen / 21
2.3.6.2 De rechten op periodieke uitkeringen en verstrekkingen van publiekrechtelijke aard van of namens een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon: Verdragsaspecten / 21
2.3.7 De belastbare inkomsten uit eigen woning in Nederland, verminderd met de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld / 22
2.3.7.1 De belastbare inkomsten uit eigen woning in Nederland, verminderd met de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld: Verdragsaspecten / 22
2.3.8 De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen / 23
2.3.8.1 De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen: Verdragsaspecten / 23
2.3.9 De negatieve persoonsgebonden aftrek / 24
2.3.9.1 Algemeen / 24
2.3.9.2 Uitgaven voor monumentenpanden / 25
2.3.9.3 Buitenlandse belastingplicht voor wat betreft de negatieve persoonsgebonden aftrek / 25
2.3.10 Het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland: Verliesverrekening / 26
2.3.10.1 Algemeen / 26
2.3.10.2 Verlies uit werk en woning / 27
2.3.10.3 Verliesverrekening in het jaar van (r)emigratie / 27
2.3.11 Het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland: Inkomstenbelastingtarief / 27
2.4 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap / 28
2.4.1 Algemeen / 28
2.4.2 Aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap / 28
2.4.2.1 Aanmerkelijk belang / 29
2.4.2.2 In een in Nederland gevestigde vennootschap / 30
2.4.3 Niet tot het vermogen van een onderneming behoren / 31
2.4.4 Het belastbare inkomen / 31
2.4.4.1 Reguliere voordelen / 31
2.4.4.2 Vervreemdingsvoordelen / 33
2.4.5 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap: Verliesverrekening / 34
2.4.5.1 Algemeen / 34
2.4.5.2 Verlies uit aanmerkelijk belang / 34
2.4.5.3 Verlies uit aanmerkelijk belang omzetten in belastingkorting / 35
2.4.6 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap: Tarief / 35
2.4.7 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap: Verdragsaspecten / 36
2.4.7.1 Reguliere voordelen: Verdragsaspecten / 36
2.4.7.2 Vervreemdingsvoordelen: Verdragsaspecten / 37
2.5 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland / 37
2.5.1 Algemeen / 37
2.5.2 In Nederland gelegen onroerende zaken / 38
2.5.2.1 In Nederland gelegen bossen en natuurterreinen / 38
2.5.2.2 In Nederland gelegen onroerende zaken: Verdragsaspecten / 39
2.5.3 Rechten die direct of indirect betrekking hebben op in Nederland gelegen onroerende zaken / 39
2.5.3.1 Rechten die direct of indirect betrekking hebben op in Nederland gelegen onroerende zaken: Verdragsaspecten / 40
2.5.4 Rechten op aandelen in de winst van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd / 40
2.5.4.1 Rechten op aandelen in de winst van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd: Verdragsaspecten / 41
2.5.5 De rendementsgrondslag / 42
2.5.5.1 Algemeen / 42
2.5.5.2 Heffingssystematiek bij tijdelijke belastingplicht in een jaar / 42
2.5.5.3 Het heffingsvrije vermogen / 42
2.5.6 Heffingssystematiek en tarief / 43
2.5.6.1 Heffingssystematiek en tarief per 1 januari 2017 / 43
2.6 Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen / 43
2.6.1 Algemeen / 43
2.6.2 De kwalificerende buitenlandse belastingplichtige / 44
2.6.2.1 Cumulatieve voorwaarde: Inwoner van een aangewezen jurisdictie / 44
2.6.2.2 Cumulatieve voorwaarde: Inkomen voor 90% of meer onderworpen in Nederland / 44
2.6.2.3 Cumulatieve voorwaarde: Inkomensverklaring verstrekken / 45
2.6.2.4 Delegatiebepaling: Aanwijzing als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige / 45
2.6.3 Heffingssystematiek / 46
2.6.3.1 Algemeen / 46
2.6.3.2 Uitbreiding van het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland / 47
2.6.3.3 Uitbreiding van het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap / 48
2.6.3.4 Uitbreiding van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen in Nederland / 48
2.6.3.5 Beperking aftrekposten / 49
2.6.3.6 Heffingskorting / 49
2.6.3.7 Inkomensafhankelijke regelingen / 49
2.6.4 De kwalificerende buitenlandse belastingplichtige: Verdragsaspecten / 50
2.6.4.1 Tegemoetkomingen voor inwoners van België / 50
2.6.4.2 Tegemoetkomingen voor inwoners van Duitsland / 50
2.6.5 De kwalificerende buitenlandse belastingplichtige: Tarief / 51
2.7 Het doen van aangifte inkomstenbelasting / 51
2.7.1 Algemeen / 51
2.7.2 Uitstel tot het doen van aangifte / 52
2.7.3 Aangifte doen bij negatief Nederlands inkomen? / 52
HOOFDSTUK 3
Buitenlandse belastingplicht voor lichamen/vennootschappen / 53
3.1 Algemeen / 53
3.2 Welke lichamen en vennootschappen kunnen buitenlands belastingplichtig zijn? / 53
3.2.1 Algemeen / 53
3.2.2 De niet in Nederland gevestigde open commanditaire vennootschappen / 54
3.2.3 Andere niet rechtspersoonlijkheid bezittende en niet in Nederland gevestigde vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld / 55
3.2.4 Niet in Nederland gevestigde verenigingen, stichtingen, kerkgenootschappen en andere rechtspersonen / 56
3.2.5 Niet in Nederland gevestigde doelvermogens / 56
3.2.6 Op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigde lichamen die een onderneming drijven op de BES-eilanden middels een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger / 57
3.3 Niet in Nederland gevestigd / 57
3.4 Nederlands inkomen / 57
3.5 Belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming / 58
3.5.1 Vaste inrichting/vaste vertegenwoordiger / 58
3.5.1.1 Vaste inrichting/vaste vertegenwoordiger: Verdragsaspecten / 59
3.5.2 In Nederland gelegen onroerende zaken / 59
3.5.2.1 In Nederland gelegen onroerende zaken: Verdragsaspecten / 60
3.5.3 Rechten op aandelen in de winst of de medegerechtigdheid tot het vermogen van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd / 61
3.5.3.1 Rechten op aandelen in de winst of de medegerechtigdheid tot het vermogen van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd: Verdragsaspecten / 62
3.5.4 Schuldvorderingen op een in Nederland gevestigde vennootschap indien de gerechtigde tot de schuldvordering een aanmerkelijk belang heeft als bedoeld in artikel 17, derde lid onderdeel b van de Wet op de vennootschapsbelasting / 62
3.5.4.1 Schuldvorderingen op een in Nederland gevestigde vennootschap indien de gerechtigde tot de schuldvordering een aanmerkelijk belang heeft als bedoeld in artikel 17, derde lid onderdeel b van de Wet op de vennootschapsbelasting: Verdragsaspecten / 63
3.5.5 Werkzaamheden die worden verricht als bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam / 63
3.5.5.1 Werkzaamheden die worden verricht als bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam: Verdragsaspecten / 64
3.5.6 Werkzaamheden in een aaneengesloten periode van ten minste dertig dagen in, op of boven het Noordzeewinningsgebied / 64
3.5.6.1 Werkzaamheden in een aaneengesloten periode van ten minste dertig dagen in, op of boven het Noordzeewinningsgebied: Verdragsaspecten / 65
3.5.7 Internationale vervoersvrijstelling / 66
3.5.7.1 Internationale vervoersvrijstelling: Verdragsaspecten / 67
3.5.8 De belastbare winst uit onderneming / 67
3.6 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang / 68
3.6.1 Algemeen / 68
3.6.2 Een niet in Nederland gevestigd lichaam dient een aanmerkelijk belang te hebben / 68
3.6.2.1 Aanmerkelijk belang in een vrijgestelde beleggingsinstelling / 70
3.6.3 In een in Nederland gevestigde vennootschap / 70
3.6.4 Het aanmerkelijk belang houden met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de heffing van Nederlandse inkomstenbelasting of Nederlandse dividendbelasting bij een ander te ontgaan en er sprake is van een kunstmatige constructie of reeks van constructies / 71
3.6.4.1 De ontgaanstoets / 72
3.6.4.2 De kunstmatigheidstoets / 74
3.6.4.3 De kunstmatigheidstoets – Schakelstructuren / 75
3.6.5 Buitenlandse belastingplicht voor private equity/venture capital-structuren / 76
3.6.6 Het belastbare inkomen / 76
3.6.6.1 Reguliere voordelen / 77
3.6.6.2 Vervreemdingsvoordelen / 78
3.6.7 Het belastbare inkomen uit een aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap: Verdragsaspecten / 79
3.6.7.1 Reguliere voordelen: Verdragsaspecten / 79
3.6.7.2 Reguliere voordelen: EU/EER-situaties / 80
3.6.7.3 Vervreemdingsvoordelen: Verdragsaspecten / 81
3.7 Belastbare winst behaald op de BES-eilanden / 82
3.7.1 Belastbare winst behaald op de BES-eilanden: Verdragsaspecten / 83
3.8 Het Nederlandse inkomen: Verliesverrekening / 83
3.8.1 Tarief / 84
3.8.1.1 Afwijkende grondslag voor beperkte ontgaan structuren / 85
3.9 Het doen van aangifte vennootschapsbelasting / 85
3.9.1 Algemeen / 85
3.9.2 Uitstel tot het doen van aangifte / 85
3.9.3 Aangifte doen bij negatief Nederlands inkomen? / 86
Relevante wetsartikelen / 87
Trefwoordenregister / 97
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan